Woningaanpassing home > Woongroepen > Wensen en eisen.

Wensen en eisen.

Waaraan moet goede woonruimte voldoen? Het belangrijkst is het bieden van een persoonlijke en veilige omgeving. Daarnaast zijn aanpassingen nodig om een gebouw geschikt te maken voor groepsbewoning. Niet alleen aparte slaap- en badkamers voor alle leden van de woongroep. Maar ook is aandacht nodig voor de gemeenschappelijke ruimten en ruimten voor zorg en begeleiding.

De meest uitgebreide aanpassingen zijn nodig in het geval van lichamelijk gehandicapte personen. Verzorging en (het werken met grote) hulpmiddelen vragen nu eenmaal veel ruimte. Zorg daarom zo vroeg mogelijk voor een goed doordacht en realistisch eisenprogramma!

Algemeen.

  • Wat is een goede schaalgrootte? Zes bewoners is overzichtelijker (duidelijker) dan zeven of acht bewoners. Ook is het zo'n beetje de ondergrens voor verantwoorde exploitatie.
  • Bouw zo "normaal" mogelijk. Dwz. zo dicht mogelijk bij de normen voor de gangbare volkshuisvesting.
  • Plaats de entree vlakbij de woonkamer, waar het drukker is. Plaats de slaap- en badkamers juist wat verder weg, in de luwte. Ongeveer zoals in een gewone gezinswoning.
  • Maak verschil tussen afwerkingen en kleuren voor vloer en wanden. Met name in de gang, de woonkamer en de slaapkamers. Voorkom echter sterke contrasten, vooral bij bewoners met gedragsstoornissen.
  • Let bij schuifdeuren op of deze noodzakelijk zijn; vaak kan worden volstaan met draaideuren. Die zijn ook eenvoudiger achteraf te automatiseren.

Zorginfrastructuur

  • Probeer waar mogelijk te combineren met andere zorgsectoren of woongroepen. Zorginfrastructuur kan dan (soms) gedeeld worden.
  • Bouw zo flexibel mogelijk. Met zo min mogelijk, specifiek op één persoon gerichte, aanpassingen. Zodanig dat verschillende zorgvragers er (met minimale aanpassingen) na elkaar inkunnen.
  • Denk ook aan eenvoudige terugbouwmogelijkheden naar "normale" gezinsbewoning. Dit vergroot niet alleen de kansen bij toekomstige verhuurbaarheid, maar ook de medewerking van de betrokken corporatie.
  • Houd de bouwkundige zorginfrastructuur minimaal. Enerzijds bespaart dit investeringskosten. Anderzijds wordt eventueel toekomstig terugbouwen eenvoudiger.
  • Probeer zorginfrastructuur ruimtelijk gescheiden te ontwikkelen. Deze is dan zonodig apart verhuurbaar aan ouders, zorgaanbieder of cliënten zelf. Waar mogelijk koppelen aan reeds aanwezige infrastructuur in de wijk.

Buitenruimte

  • Alle buitenruimten zijn goed toegankelijk voor de bewoners (en hun bezoekers). Maak indien mogelijk een gevariëerde tuininrichting. Zo'n tuin stimuleert bewoners om zoveel mogelijk buiten te zijn, wat goed is voor hun functioneren. Beweging is altijd gunstig en beperkt onrust en agressie.
  • Als de voordeur uitkomt op een besloten binnenterrein, en er voldoende toezicht is, hoeft die misschien niet altijd op slot.
  • Als dit niet kan, houd dan de voordeur uit het zicht van bewoners.

Woonkamer

  • Naast de eigen kamers is aanwezigheid van een gemeenschappelijke woonkamer belangrijk voor de samenhang in de woongroep. Liefst gekoppeld met een gezamenlijke keuken.
  • Een oppervlak van gemiddeld zo'n 8 m2 per bewoner voor woonkamer inclusief open keuken is gangbaar. Indien mogelijk is 10 m2 of meer beter.
  • Maak meerdere plekken met zit- en eethoeken. Liever dan een gecombineerde, grote zithoek. Dat geeft keuzemogelijkheden voor bewoners en hun bezoek.
  • Een herkenbare, huiselijke inrichting, waar mensen ook persoonlijke spullen kwijt kunnen, geeft rust en warmte en vermindert depressieve en agressieve gevoelens.

Keuken

  • Maak een open keuken direct bij de woonkamer zodat bewoners die willen een handje kunnen helpen.
  • Als een deel van het aanrecht laag en onderrijdbaar is, kunnen ook rolstoelers meehelpen.
  • Voor de medewerkers is het handig als ze tijdens het koken zicht kunnen houden op de woonkamer en wat daar gebeurt.
  • Zorg voor voldoende beweegruimte rond aanrecht en tafels. Houd rekening met opstelruimte voor rolstoelen bij de tafels.
  • Vanwege de veiligheid is inductie- of keramisch koken aan te raden.
  • Zorg ook in de keuken voor een vertrouwde inrichting, bv. pollepels, pannenlappen en serviesgoed in het zicht. Het horen, zien en ruiken van kookactiviteiten stimuleert veelal ook nog eens de eetlust van bewoners.

Zitslaapkamer en badkamer

  • Zitslaapkamers zijn minimaal 15 m2, liever 18 m2 of meer, zodat de bewoner daar rustig kan zitten, hobbyen of bezoek ontvangen.
  • Een aparte hoek in de kamer, of beter nog een aparte ruimte, voor een (hooglaag)-bed en kledingkast moet mogelijk zijn. Zo heeft elke bewoner een privé zit- en slaapmogelijkheid.
  • Overleg met de voorgenomen, eerste bewoner over wand- en vloerafwerking, verlichting, gordijnen, en inrichting. Doe dit later opnieuw bij wisseling van bewoners.
  • Stimuleer de bewoner of de familie om zoveel mogelijk zelf te doen bij inrichting en aankleding met persoonlijke spullen.
  • Kies zoveel mogelijk voor standaardoplossingen bij sanitair en badkamerindeling. Waar aanpassingen nodig zijn, standaardiseer ook deze en maak ze waar mogelijk eenvoudig te verwijderen.
  • Maak de badkamer niet alleen voldoende functioneel voor de zorgverlening, maar zorg (samen met de bewoner) ook voor een huiselijke afwerking en inrichting.
  • Bij sommige bewoners is het storend als de deur naar de badkamer permanent open staat, zorg dan voor een dranger of elektrische sluiting.

 

Site design and copyright by Ir Grootveld / Blinksoft.