Woningaanpassing home > Stappen > Ergotherapeut

Ergo­therapeut en revalidatie­centrum.

Maak in een vroeg stadium al gebruik van de kennis die een revalidatiecentrum of vrij gevestigde ergotherapeut u bieden. De ergotherapeut die bij de behandeling van u of uw kind is betrokken is op de hoogte van uw zorgsituatie. Meer dan de adviseur die éénmalig namens de Wmo de indicatie voor een woonvoorziening komt stellen. Er is nog een wezenlijk verschil. Uw ergotherapeut bespreekt met u de meest optimale oplossing. Een indicatieadviseur moet in opdracht van de gemeente de goedkoopst compenserende woonvoorziening vaststellen.

Zo'n persoonlijk eisenpakket van uw ergotherapeut is belangrijk. Het vormt de basis voor het bouwplan en het Wmo-overleg. Verder speelt het een rol in bezwaarprocedures, mocht u er met uw gemeente onverhoopt niet uit komen. Uw basisverzekering vergoedt maximaal 10 uur ergotherapie.

Woongroepen, cliëntondersteuners en particulieren kunnen hiernaast gebruik maken van de "Taksatieschaal Wonen". Met dit hulpmiddel worden de benodigde zorg en bijbehorend programma van eisen objectief vastgesteld.


(Lees meer...)

zorg- en douchestretcher

therapie tafel
 
plafondlift


De ergotherapeut.

speeltafel

In veel gevallen bent u bekend met een ergotherapeut. Dit kan via een revalidatiecentrum zijn of bij een vrij gevestigde ergotherapeut. Deze heeft als taak u of uw kind te behandelen met als doel, om zoveel mogelijk dagelijkse "ADL" aktiviteiten zelf (weer) te kunnen verrichten. Daarbij wordt mede gekeken naar de belastbaarheid van verzorgers in de thuissituatie. En naar misschien noodzakelijke hulpmiddelen zoals een woningaanpassing, rolstoel of tillift.

Vraag uw ergotherapeut om een globale beoordeling van uw thuissituatie en van mogelijke toekomstscenario's. Zo mogelijk ondersteund door uw behandelend arts of specialist. Kijk zeker 5-10 jaren vooruit. Omdat die periode moeilijk te overzien is, kunt u beter niet te optimistisch plannen. Hoe confronterend ook, ga altijd uit van het slechtste scenario dat nog realistisch is. Met de meeste verzorging en ruimtebehoefte. Deze komt altijd van pas. Ook wanneer de zorgsituatie later blijkt mee te vallen. Een te optimistische inschatting daarentegen zal later tot problemen kunnen leiden. Een "te klein" verbouwplan is niet meer (of zeer kostbaar) aan te passen!

Omgekeerd is (veel) te groot ook niet aan te raden. Soms wordt uit ondeskundigheid wel aanbevolen om zorgruimten "extra groot" te maken. Bijvoorbeeld in nieuwbouwsituaties, waar voldoende ruimte en/of budget beschikbaar is. Bij intensieve zorgverlening is het echter juist belangrijk om alles onder handbereik te houden. Dat beperkt extra stappen of handelingen. Een extra stap opzij moeten zetten om iets te pakken kan bijvoorbeeld nèt fataal zijn voor een epileptisch kind dat van de zorgstretcher rolt. Compacte oplossingen dus.



ADL en PvE.

statafel

Laat uw ergotherapeut een eisenpakket opstellen met de belangrijkste knelpunten in uw woning. Zo mogelijk inclusief de wenselijke oplossingen ervoor. Het gaat om een programma van eisen (PvE) op hoofdzaken. Vooral bedoeld voor de "activiteiten van het dagelijks leven" (ADL). Dit wil zeggen: activiteiten zoals aankleden, eten, wassen, spelen of werken, toiletgang en slapen. Welke zorg of ondersteuning zal daarbij nodig zijn? En hoe veel opstellings-, werk- en manoeuvreerruimte vraagt dat?

Een ergotherapeut moet alleen de benodigde aard en ruimtebehoefte van de te verwachten aktiviteiten aangeven. Het noemen van te kleine oppervlakten van ruimten kan betekenen dat Wmo u daarop vastpint ("dit is volgens uw eigen therapeut voldoende..."). Te ruime oppervlaktematen worden juist weer niet serieus genomen. En ondergraven daarmee de status van het ergonomische advies. Cijfermatige oppervlaktematen zeggen trouwens niet alles over de bruikbaarheid van een vertrek. Zaken als de vorm van een ruimte of deur- en raamplaatsing zijn zeker zo belangrijk. De adequaatheid van ruimten is afhankelijk van het gekozen bouwkundige ontwerp.

Bij het bepalen van de benodigde gebruiks-oppervlakten vormen de verschillende onderstaande zorgzwaarteklassen het uitgangspunt:

  • Lopen > stoklopen > rollator > trippelstoel > handrolstoel > elrolstoel > bedlegerig.
  • Zelfredzaam > enige hulp > zittend verzorgen > liggend verzorgen.
  • Lichamelijke of medische verzorging (darmspoelen, beademen ed.) met ruimtelijke gevolgen.
  • Zelfstandig > actieve transfers > tilhulpmiddel.

­



Tenslotte.

keuken

De schriftelijke rapportage van uw ergotherapeut vormt de basis voor uw volgende stappen. De adviseur van de gemeente kan het als leidraad gebruiken voor zijn eigen indicatie-advies. Hoewel deze het stuk niet altijd volledig mee laat wegen, zal het wel degelijk het indicatieproces beïnvloeden. De "natuurlijke luiheid" die mensen nu eenmaal kenmerkt werkt dan in uw voordeel. Verder kan het advies van uw ergotherapeut helderheid brengen bij verschil van mening over de toegepaste uitgangspunten. Heldere standpunten helpen zowel in overlegsituaties als in onverhoopte juridische trajecten.

Zorg dat de bouwkundige vertaling van het ergonomische eisenprogramma "met het juiste gevoel" gebeurt, om tot een verantwoord te komen. Soms doet de ergotherapeut zelf een plattegrondsuggestie. Deze heeft te weinig bouwkundige kennis voor een verantwoord resultaat, maar het geeft enige indicatie. Omgekeerd hebben architecten en bouwkundigen onvoldoende ergonomisch inzicht in wat er nodig is voor intensieve zorgverlening. Zonder ervaringsdeskundigheid leidt dat dan weer tot minder adequate bouwplannen.

Niet alle revalidatiecentra bieden u een uitgebreide kosteloze rapportage. Probeer de ergotherapeut in zo’n geval tenminste een aantal hoofdpunten op papier te laten zetten. Desnoods tegen betaling, u doet er later altijd uw voordeel mee! U kunt in zo'n geval ook een vrij gevestigde ergotherapeut inschakelen. Of gebruik maken van andere objectieve hulpmiddelen, zoals de "Taksatieschaal". Het basispakket van de ziektekostenverzekering vergoedt maximaal 10 uur ergotherapie per jaar. Daaronder kan het opstellen en bespreken van een programma van eisen voor een woningaanpassing vallen, mits dit als doel heeft "de zelfzorg en de zelfredzaamheid van de verzekerde te bevorderen en te herstellen".

­



Taksatieschaal Wonen.

taksatieschaal

Een handig hulpmiddel om de hoeveelheid benodigde zorg en begeleiding te bepalen is de "Taksatieschaal Wonen" van de Zorg-Unie. Naast de schaal voor woonsituaties bestaat er ook een schaal voor arbeidsplekken. Door hiermee de zorgzwaarte te objectiveren, ontstaat tegelijk een onderbouwing voor de in uw situatie benodigde bouwkundige oppervlakten. Samen met een ergotherapeut een programma van eisen hiervoor opstellen blijft belangrijk, maar kan met behulp van de via de Taksatieschaal gevonden resultaten.

Om de behoefte aan zorg en begeleiding te bepalen is individuele vraaggerichte ondersteuning belangrijk. Ouders van kinderen met een beperking zijn vaak op zoek naar een praktisch instrument dat de behoefte aan zorg en begeleiding van hun kind in beeld brengt. Maar het instrument is ook geschikt voor kleinschalige woongroepen. U kunt op de website een inlogcode vragen en uw gegevens invullen. Daar geeft u aan welke praktische, verstandelijke, persoonlijke en sociale vaardigheden worden beheerst dan wel met kontrole, instruktie of hulp mogelijk zijn. Een computerprogramma maakt met behulp van uw ingevulde antwoorden een overzicht van de benodigde steunstructuur (aantal uren dat per dag dat een beroep moet worden gedaan op anderen). Gekoppeld aan een uitspraak over het benodigde budget.

Wanneer u de vragenlijst afsluit wordt door een medewerker contact met u gezocht. Samen met u stelt deze een rapport op. Aan het gebruik van de Taksatieschaal zijn kosten verbonden, kijk hiervoor op de website www.taksatieschaal.nl.

­

adres grootveld architekt en adviseur
Site design and copyright by Ir Grootveld / Blinksoft.