Woningaanpassing home > Woongroepen > Investeren en exploiteren.

Investeren en exploiteren.

Met het ontwikkelen van een wooninitiatief is veel geld gemoeid. Er is een éénmalige investering in het gebouw, met de bijbehorende zorginfrastructuur. Daarnaast zijn er de periodiek terugkerende kosten rond het wonen, de exploitatie en de zorgverlening.

De overheid gaat bij mensen met een functiebeperking, die met elkaar gaan samen wonen in een groep, uit van het scheiden van wonen en zorg. Voor de financiering van de zorg is er oa. het PGB. Voor het wonen zijn er mogelijkheden met de huurtoeslag. Soms is er de Wmo. Ook subsidies of sponsoring zijn mogelijk.

Uw initiatiefgroep kan op verschillende manieren op zoek gaan naar een geschikt (te maken) gebouw. Huren of kopen is beide mogelijk.

Huren bij een woningcorporatie.

maraboe woonvorm

Het minst ingewikkeld is, om via een woningcorporatie woonruimte verkrijgen. Corporaties beschikken vaak over panden, bouwgrond ed. Ook kunnen zij uw plan eventueel in een groter geheel inpassen, wat kosten bespaart. Zij kunnen goedkoper geld lenen en willen vanuit een sociale doelstelling nog wel eens de "onrendabele top" voor hun rekening nemen. U levert daarvoor in ruil wel zeggenschap in.

De corporatie kan u aldus veel zorgen uit handen nemen. Het komt echter voor dat een corporatie belangrijke uitgangspunten van het ouderinitiatief schrapt. Of u probeert vast te leggen op onredelijke eisen. Wees er alert op, uw initiatief niet uit handen te geven. Denk eraan, dat corporaties zelden de kennis voor complexe verzorgingssituaties in huis hebben. Zorgaanbieders zijn daar weliswaar beter in thuis. Maar die baseren zich vaak weer te veel op de dure richtlijnen (uit de Awbz) voor intramuraal bouwen.

In de voorbereiding en het overleg met mogelijke partners in zorg en wonen is de steun van een onafhankelijke deskundige erg nuttig. Als u deze vanaf het begin bij de ontwikkeling van uw eigen bouwvoorstellen betrekt, staat u sterker naar uw onderhandelingspartners. Zo behoudt u de maximale invloed, en is kan elke mogelijkheid die zich voordoet, benut worden.


Zelf een project ontwikkelen.

tillift in woonvorm

U kunt ook proberen, zelf grond te bemachtigen en daarop een bouwplan verwezenlijken. Of een bestaand woon/school/kantoorpand verbouwen. Dat geeft u de meeste vrijheid om precies datgene te ontwikkelen, wat uw woongroep voor ogen staat. In beide gevallen dient u, naast doorzettingsvermogen en geduld, voldoende middelen, en specifieke kennis in huis te hebben.
Het is erg belangrijk om over dezelfde kennis te beschikken als de partijen die u tegenover u krijgt. Zoals aannemers, ontwikkelaars, architecten, gemeenten, zorgaanbieders, banken ed. Professionele ondersteuning is onontbeerlijk, als u alles zelf moet regelen. U investeert in tijdwinst, en beperkt kostbare valkuilen, uitvoeringskosten ed.
In het algemeen is er met het zelf ontwikkelen van plannen meer tijd en energie gemoeid, dan wanneer u huurt. Maar u behoudt wel alle zeggenschap over uw "droom"-pand.


Eénmalige investeringskosten.

De meeste voor bewoning geschikte gebouwen zijn opgezet voor gezinsbewoning. Ook utilitaire gebouwen (scholen, kantoren, bedrijfsgebouwen) zijn soms geschikt te maken. Bij wooninitiatieven zal in het algemeen een aantal even grote kamers of woonunits gewenst zijn naast enkele gemeenschappelijke ruimten. (voor sociaal contact, eten ed.)

De kosten dienen gedragen te worden door de eigenaar van het pand (vaak een corporatie) of door de woongroep (ouders). Uiteindelijk komen dit soort kosten in één of andere vorm in de woonlasten (huur of hypotheek) terecht. Ook voor de kosten van een zorginfrastructuur is dit vaak het geval. Er zijn in het algemeen beperkte mogelijkheden voor bijdragen in de kosten van een dergelijke éénmalige ombouw.
Enkele opties zijn:

  • De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo).
    vrouw in elektrische rolstoel

    De Wmo biedt subsidiemogelijkheden voor het oplossen van ergonomische problemen thuis. De gemeente voert de regeling uit en gaat daarbij uit van de goedkoopst adequate oplossing in uw situatie. De gemeente stelt vast, op welke voorziening u recht heeft. Dit kan soms een verhuiskostenvergoeding zijn en soms een (dure) woningaanpassing. Zo nodig inclusief teken- en voorbereidingskosten. Vaak kan er worden onderhandeld over een oplossing op maat, waarin altijd uw eigen (financiële) speelruimte mag worden meegewogen.

    Houd rekening met de vele beperkingen die er zijn. Onder de noemer "algemeen gebruikelijk" zijn er allerlei uitsluitingen. Er moet sprake zijn van individuele aanpassingen binnen iemands hoofdwoonverblijf, als gevolg van beperkingen in het wonen. Let op de onderstrepingen! Aanpassing op voorhand, aanpassing van gemeenschappelijke ruimten, en voorzieningen op grond van niet-ergonomische belemmeringen zijn dus in principe uitgesloten. Verder zijn er vaak hoge eigen bijdragen.
    Gemeenten zijn, in het geval van een ouderinitiatief, soms bereid om deze regels soepel toe te passen. Houd u er echter goed rekening mee dat men dit niet verplicht is. U kunt altijd proberen via politiek overleg (bv. een gehandicaptenplatform, wethouder of de gemeenteraad) uw initiatief een speerpunt te laten worden in het gemeentelijk beleid.

  • De Belastingdienst.

    Vanwege soms hoge eigen bijdragen die binnen de Wmo kunnen worden opgelegd, kan van het subsidiebedrag weinig overblijven. Het is dan de vraag of zo'n geringe bijdrage nog tegen alle rompslomp en procedurestress opweegt. Er bestaan gelukkig ook fiscale mogelijkheden om de kosten voor woningaanpassingen (ook teken- en voorbereidingskosten) af te trekken als bijzondere ziektenkosten. Hoewel ook hier beperkingen en drempels bestaan, kan deze weg u soms meer opleveren tegen minder moeite.
    Eén van de voorwaarden die de fiscus stelt is, dat er een medische noodzaak voor de aanpassingen kan worden aangetoond.

  • Met eigen middelen.

    U kunt op eigen kosten veel zelf doen. Al dan niet met gebruikmaking van de fiscale mogelijkheden. In bepaalde omstandigheden zijn aanpassingskosten fiscaal aftrekbaar. De initiatiefmeners kunnen ook (apart of gezamelijk) uit eigen middelen investeren of via financiering. U bent dan niet afhankelijk van de eisen die kunnen worden gesteld.
    Omdat er geen eisen worden gesteld, zoals bij een Wmo-aanvraag, is er ook geen controle op de deugdelijkheid van mogelijke aanpassingen. Zorgt u er wel altijd voor, dat u uw plannen goed voorbereidt. Investeren in professionele ondersteuning betaalt zich altijd terug. In de vroegste stadia heeft u daar het meeste profijt van. Zowel bij het ontwikkelen van uw plannen, als in het overleg over vergunningen en het vaststellen van de kosten.

  • Fondsen.

    In bepaalde gevallen betalen fondsen mee aan woningaanpassingen. De meeste kansen zijn er, wanneer het inkomen van de aanvrager laag is en er onvoldoende andere middelen zijn om een verbouwing te financieren.
    Investeren in professionele ondersteuning en advies in de voorbereidingsfase, verdient zich later dubbel en dwars terug. Bij het ontwikkelen van de plannen en bij het overleg met corporaties, fondsen en instanties. Voor deze "aanloopkosten" bestaat een startsubsidie. Informatie daarover krijgt u via de NSGK (www.nsgk.nl).

  • Subsidies en sponsoring.

    Diverse overheidsorganen kunnen onder bijzondere omstandigheden subsidie toekennen voor maatschappelijke doeleinden. Daaronder soms ook kleinschalig wonen. Ook bedrijven zijn soms bereid als sponsor op te treden voor een woongroep. Het moet dan meestal gaan om een éénmalige investering in een duidelijk herkenbaar, "sexy" onderdeel. Bv. voor inrichting van een gemeenschappelijke woonkamer of tuin. Informeer altijd naar plaatselijke subsidiemogelijkheden en bij het bedrijfsleven.

  • Regeling Zorginfrastructuur.

    Voor het verlenen van zorg en begeleiding zijn ook bouwkundige ingrepen noodzakelijk. Denk aan ruimten voor personeel, administratie, een slaapwacht, ed. Op dit moment is daarvoor nog steeds geen goede financiƫle regeling. De beleidsregel Zorginfrastructuur is in 2006 in het leven geroepen. Het gaat om een financieringsregeling vanuit de Awbz voor de investeringskosten van de extramurale zorginfrastructuur. Deze kan bestaan uit ruimten voor ontmoeting en zorg, en technologische voorzieningen. Doel is om mensen met een Awbz-indicatie langer zelfstandig te kunnen laten wonen. In 2011 staat de regeling alweer op de tocht vanwege de bezuinigingen.


Periodieke exploitatiekosten.

Ook deze kosten dienen gedragen te worden door eigenaar (vaak een corporatie) of woongroep (ouders). Het gaat om de zorg- en woonlasten (huur of hypotheek) en de algemene onderhoudskosten. Ook de kosten van een zorginfrastructuur vallen hieronder. Er zijn ook hier enige mogelijkheden voor bijdragen in deze kosten.
Enkele opties zijn:

  • Persoonsgebonden budget.
    rolstoel museum

    Het grootste knelpunt zijn de persoonsgebonden (Pgb) resp. -volgende (Pvb) budgetten.Hieruit moet de dagelijkse zorg betaald worden. Het verkrijgen van een voldoend hoog budget voor alle deelnemers in een initiatief is niet eenvoudig. Onder andere vanwege bureaucratie bij indicatie en toewijzing. Om in aanmerking te komen moet er altijd een Awbz "zorgzwaartepakket" (Zzp) zijn geïndiceerd. Verder is de toekomst van het Pgb onzeker. Deze problematiek valt buiten het kader van de site.

  • Huurtoeslag.

    Mensen met een functiebeperking die met elkaar gaan samen wonen in een huis hebben in een aantal gevallen recht op huurtoeslag. Daarvoor zijn twee zaken erg belangrijk; het inkomen en het vermogen. Bewoners van een woning op basis van gescheiden wonen en zorg kunnen een aparte status aanvragen bij het ministerie van Vrom (zgn. bijzonder woonproject). Op basis daarvan hebben zij recht op huurtoeslag en worden de inkomens niet bij elkaar opgeteld.

    Om huurtoeslag te kunnen aanvragen dient u te zijn ingeschreven bij de Gemeentelijke Basis Administratie. Dit om te kunnen controleren of de aanvrager op het betreffende adres is ingeschreven. Bewoners die pas drie maanden nadat zij waren verhuisd werden overgeschreven van bijvoorbeeld het ouderlijk huis naar de nieuwe woning, kregen pas huurtoeslag vanaf de datum dat zij stonden ingeschreven op het nieuwe adres. Schrijf de nieuwe bewoner dus zo snel mogelijk in op het nieuwe adres.

    U kunt zelf huurtoeslag aanvragen. U dient daarvoor bij de Belastingdienst een huurtoeslag-formulier aan te vragen. Dit formulier kunt u deels zelf invullen. Het verhuurdersdeel vult uw verhuurder in. Na het invullen moet het formulier opgestuurd worden naar de Belastingdienst. Zij controleren uw gegevens. Hierna ontvangt u een beslissing over de huurtoeslag.

  • Regeling Zorginfrastructuur.

    Voor de exploitatie van voorzieningen voor zorg en begeleiding is de beleidsregel Zorginfrastructuur in 2006 in het leven geroepen. Het gaat om een financieringsregeling vanuit de Awbz voor de exploitatiekosten van de extramurale zorginfrastructuur. Deze kan bestaan uit ruimten voor ontmoeting en zorg, en technologische voorzieningen. Doel is om mensen met een Awbz-indicatie langer zelfstandig te kunnen laten wonen. In 2011 staat de regeling alweer op de tocht vanwege de bezuinigingen.

 

Site design and copyright by Ir Grootveld / Blinksoft.