Driezijdige aanbouw in Alblasserdam.
Het betreft een krap bemeten na-oorlogse hoekwoning. Zowel de leefruimten beneden als de slaapkamers boven. De woning is gelegen in een wijkje met gelijksoortige rijtjeswoningen. De zolder is eerder uitgebouwd ten behoeve van slaapkamers voor alle gezinsleden. Voor de zoon met duchenne spierdystrofie is een beganegrondse oplossing nodig. Dat is voor de verzorging minder zwaar. Er is sprake van een elektrische rolstoel en een tilvoorziening.
Het bouwplan.
De familie was al geruime tijd bezig met de gemeente een woningaanpassing gerealiseerd te krijgen. Dit proces verliep moeizaam. Invulling van de gemeentelijke compensatieplicht kon niet plaatsvinden door middel van een verhuisprimaat. Er waren op redelijke termijn simpelweg geen geschikte(re) woningen in de prijsklasse van deze familie beschikbaar. Aanpassing van de woning was zeer kostbaar en ingrijpend. Vanwege de grote hoeveelheid toe te voegen m2's tbv. een adequate slaapkamer, natte cel, bergruimte en woonkamer. Uitgaande van het gebruik van tillift, zorgapparatuur en een hooglaagbed. Voor grote aanbouwen lagen er bovendien stedenbouwkundige problemen.
Stedenbouwkundige problematiek.
Er waren grote bezwaren tegen uitbouwen aan de voorzijde van de woning, vanwege een ongewenste rooilijn overschrijding aldaar. Aan de zijkant ligt een groenstrookje en een cultuurhistorisch pad, met grote oude bomen, dat intact diende te blijven. De ruimte in de achtertuin was ten enen male onvoldoende om het noodzakelijke aantal m2's in onder te brengen. De afdeling Bouwen van de gemeente hield aanvankelijk onverkort vast aan deze eisen. Er zou eens precedentwerking van uit kunnen gaan. Tegelijk ziet de afdeling wel de noodzaak voor de familie in om tot een woningaanpassing te komen. Dit mede op grond van het advies van de collega's van de toenmalige afdeling WVG.
In een gesprek tussen Ir Grootveld, adviseur van de familie, en de stedenbouwkundige, stelt deze voor om de extra m2's gedeeltelijk op de verdieping onder te brengen. Dit stuit op grote bezwaren, zowel bij de familie als bij de afdeling WVG en het indicatieorgaan. Er is immers niet voor niets een gelijkvloerse oplossing geïndiceerd. Dat is een aanzienlijk adequatere oplossing, dan wanneer voor elke zorghandeling mbv. een lift de verdieping bezocht moet worden. Bovendien zal de zoon zijn zelfredzaamheid verliezen (omdat hij de lift niet zelfstandig kan bedienen) en zijn er voor de WVG meerkosten ivm. een vertikale rolstoellift met voldoende draagvermogen en de benodigde extra m2's daarvoor.
Keuze voor een oplossing.
Op advies van Ir Grootveld vindt opnieuw een gesprek plaats met de gemeente. Behalve de stedenbouwkundige is nu ook een vertegenwoordiger van Welstand aanwezig en de wethouder, belast met bouwen en wonen. Welstand ivm. haar grote bezwaren tegen het bouwen aan voor- en zijkant. De wethouder om de verschillende, hierbij betrokken gemeentelijke diensten op één lijn te krijgen.
Na uitwisseling van alle standpunten en afweging daarvan wordt de volgende afspraak gemaakt. De familie mag met een gelijkvloers bouwplan komen, inclusief beperkte uitbreidingen aan de gewraakte zijden van de woning. De adviseur dient dan wel Welstand te overtuigen, met een aanvaardbare inpassing daarvan in de omgeving. Als er vervolgens inderdaad een bouwplan ter tafel komt, dat aan deze voorwaarden voldoet, komt er groen licht voor de verdere bouwvergunningsprocedure. Na een lange voorbereiding krijgt de zoon van de familie eindelijk de voor hem zo noodzakelijke, geschikte woning.