Lukt het u niet, om een voor u noodzakelijke voorziening via de Wmo verstrekt te krijgen, dan kunt u in bepaalde gevallen een beroep doen op een bijdrage van één of meer, al dan niet "categoriale" fondsen. Er bestaan enkele fondsen, die in specifieke gevallen een bijdrage verstrekken. Deze hanteren altijd toelatingseisen, om vast te stellen of, en zo ja, voor welk bedrag u in aanmerking komt. Het aantal aanvragen neemt de laatste tijd toe, nu op de Wmo scherper bezuinigd wordt.
Extra kosten rond ziekte of handicap kunnen in de meeste gemeenten mede worden gecompenseerd via de (bijzondere) bijstand. Dit is een gemeentelijke regeling, die bedoeld is voor de lagere inkomens.
Wanneer de gemeente, de zorgverzekering of het UWV u niet kunnen helpen met de kosten van hulpmiddelen of aanpassingen, kunt u een fonds benaderen. Er zijn verschillende fondsen die financiële steun geven aan mensen met een ziekte of beperking. Bij grote uitgaven zoals woningaanpassingen, gaat het vrijwel altijd om een kostenbijdrage. Meestal nooit om het gehele bedrag. Het is wel mogelijk om verschillende fondsen tegelijk te benaderen, elk voor een deel van de kosten.
Er bestaan verschillende overzichten van fondsen. Op papier en online. De Vereniging van Fondsen in Nederland (FIN) geeft het Fondsenboek uit. Met een uitgebreid overzicht van al dan niet particuliere fondsen. U vindt per fonds informatie over de mogelijkheden en de voorwaarden die worden gesteld. U vindt ook informatie over de gevolgde toekenningsprocedure.
Bij de meeste fondsen kunt u schriftelijk om financiële hulp vragen. U schrijft dan een brief waarin u uitlegt waarvoor u geld nodig hebt. Sommige fondsen hebben standaardaanvraagformulieren. Soms moet u de aanvraag doen via een andere instantie. Zoals een ander fonds, het maatschappelijk werk of de Stichting MEE. Zij kunnen ook helpen bij het invullen van het formulier.
Alle fondsen stellen strenge voorwaarden aan een aanvraag. Zo moet er bijvoorbeeld sprake zijn van onvoldoende middelen om de aanpassingen zelf te kunnen financieren. Verder worden er geen kosten vergoed welke subsidiabel zijn via de Wmo of een andere subsidieregeling. U moet dus kunnen aantonen wat de gemeente maximaal voor u doet, bv. in de vorm van een Wmo-toekenning of -afwijzing. Verder kan een fonds inkomens- en andere eisen stellen en kunt u tegen een negatief besluit meestal niet in beroep gaan. Fondsen willen altijd weten of andere fondsen (en zo ja: welke) ook bijdragen.
Houdt u er rekening mee dat er een groter beroep op de fondsen gedaan wordt bij iedere verdere beperking in de Wmo. Met als gevolg dat de mogelijkheden ook hier afnemen. Zorgt u in elk geval voor een terdege onderbouwde en beargumenteerde aanvraag. Een maatschappelijk werker of een MEE consulent kan u daarbij helpen.
Als er geen standaard aanvraagformulier is, moet u zelf een aansprekende brief schrijven. Doe dat zo persoonlijk mogelijk. Algemene of zakelijke brieven spreken de beoordelingscommissies minder aan. Leg kort uit wie u bent, wat u nodig heeft en waarom. Geef ook aan waarom u het betreffende fonds benadert. Geef een zo goed mogelijke onderbouwing, met heldere argumenten. Vergeet niet uw gegevens, zoals naam, adres, woonplaats, ed. te vermelden.
Voeg zo mogelijk een planbeschrijving, offerte of kostenraming toe. Geef aan waarom u vindt dat u in aanmerking komt voor steun van dit fonds. Verstrek duidelijke en juiste gegevens over uw financiële situatie (uw inkomen, vermogen). Wees open over uw verdere fondsenwerving. Als u van een ander fonds al een deel van het geld hebt gekregen, vertel dat dan.
Een van de grotere fondsen met mogelijkheden voor woningaanpassingen is dat van de Ango. Dit fonds kan een eenmalige bijdrage geven voor het aanpassen van een eigen huis. Dan wel verhuizing naar en herinrichting van een andere, beter aangepaste woning. Ook het rolstoeltoegankelijk maken van uw tuin is mogelijk. Aanpassing van een huurwoning of van een kamer in een AWBZ-instelling niet. Het Ango Fonds werkt hierbij samen met het zogenoemde T-fonds te Amsterdam. Dit is een fonds dat gespecialiseerd is in hulp bij woningaanpassingen. Vaak gaat het om woningaanpassingen bovenop de aanpassingen die de gemeente vergoedt in het kader van de Wmo. Als voorbeeld volgt hieronder de procedure die dit fonds hanteert. Procedures bij andere fondsen zijn veelal vergelijkbaar.
1. Neem contact op met een ergotherapeut, maatschappelijk werker, MEE of Ango consulent. Zij hebben formulieren en zijn op de hoogte van de werkwijze.
2. Die hulpverlener vult met u het formulier in. Met vragen over u als aanvrager, de handicap of ziekte, de gevraagde voorziening, uw financiële situatie en de gezinssamenstelling. De hulpverlener maakt een rapport op over uw situatie en voegt een offerte of begroting bij.
3. Het Ango Fonds kijkt na ontvangst of uw aanvraag terecht is. De Beoordelingscommissie, die maandelijks bijeenkomt, buigt zich over de volgende vragen:
4. Als uw aanvraag wordt toegekend, krijgt u daarover een brief. Pas daarna kunt u (binnen zes maanden) de voorziening aanschaffen! Een kopie van de rekening moet u aan het Ango Fonds opsturen. Daarna volgt de uitbetaling.
5. Als de beoordelingscommissie uw aanvraag afwijst, dan kunt u een toelichting vragen. Als in uw ogen te weinig rekening is gehouden met alle feiten, dan kunt u binnen zes weken uw argumenten in een brief aangeven. Deze wordt dan opnieuw beoordeeld.
Extra ziektekosten van chronisch zieken en gehandicapten kunnen worden gecompenseerd via de gemeentelijke regeling van de Bijzondere Bijstand. Deze regeling is bedoeld als laatste "vangnet" voor de laagste inkomens. In principe vallen ook kosten van woningaanpassing hieronder, mits deze niet langs andere regelingen of uit eigen middelen te realiseren zijn. Daaronder valt ook eigen vermogen, zoals een eventuele (over)waarde van de eigen woning. In aanmerking komen mensen van boven de 21 jaar met een inkomen onder de bijstandsnorm.
De kans om via deze regeling een dure voorziening zoals een woningaanpassing te krijgen is klein. Wanneer uw Wmo-aanvraag is afgewezen, zal de betreffende gemeente immers niet snel bereid zijn via een andere regeling toch de afgewezen voorziening te verstrekken.
Toch kan het de moeite lonen een en ander zelf nog eens uit te proberen. Niet iedere Wmo-dienst onderzoekt eventuele bijstandsmogelijkheden binnen de eigen gemeente. Elke gemeente bekijkt per situatie of iemand in aanmerking komt, aan de hand van de eigen regels, die zij hiervoor heeft opgesteld. Neem voor meer informatie over de situatie in uw gemeente contact op met de Sociale Dienst aldaar of bezoek de gemeentelijke website.