Woningaanpassing home > Bouwplan > Entreehal en berging

Entree, hal en berging.

Hoe komt u uw huis binnen? Of wordt u elders aan de deur ontvangen? Sta je droog bij het opdiepen van je sleutels en is er voldoende licht? Binnenkomen met rollator of in een rolstoel is één ding. Een jas uitdoen en overstappen in een binnenstoel weer heel iets anders. En waar laat je (ook: laad je) de buitenrolstoel? Of een tandem, driewielfiets, fietsaanhanger en noem-maar-op?


(Lees meer...)

hellingbaan rolstoel
 
scootmobiel buiten

lijngoot voor rolstoel


De entree.

De entree moet aan een aantal basiseisen voldoen. Maar ook de weg daar naar toe. Zowel binnen als buiten de woning. Naarmate de mobiliteit van de gebruiker minder is, zijn meer van de hieronder genoemde aandachtspunten van belang.

 
deurplateau

Vóór het huis.


deurplateau

Ligging van de parkeerplaats voor de (eventueel aangepaste) auto liefst zo dicht mogelijk bij de meest gebruikte toegangsdeur. Al dan niet met gemeentelijke ontheffing. Dat kan de voordeur zijn, maar eventueel ook een achter- of bergingsdeur.

Aan buitenzijde bij de toegangsdeur een vlak, horizontaal plateau aanbrengen, van min. 1500x1500mm. Als opstelvlak voor rolstoel, rollator of scootmobiel. Breedte tot plm. 500mm voorbij de slotzijde van de toegangsdeur. Handrolstoelen willen op schuine vlakken nog wel eens uit zichzelf gaan rijden terwijl je je sleutels zoekt...

 
rolstoelgoot

Dorpel en waterkering.


rolstoelgoot

Onder de toegangsdeur een zo vlak mogelijke dorpel, liefst minder dan de in het Bouwbesluit toegestane 20mm. Voor een rolstoel is dat weliswaar goed te nemen, voor een rollator al veel minder.
Dat er fors gezondigd wordt tegen deze regel tonen de volgende drempelbeelden.

Een vlakke lijngoot met rooster en afvoer is wenselijk als waterkering. Denk aan regen of sneeuw die bij storm onder de deur door kan slaan! Een (uitklapbaar) tochtprofiel aan onderzijde deur dient dan als koudewering. Op deze wijze kan in veel gevallen zelfs een volledig vlakke drempel worden gerealiseerd.

 
entree

De buitendeur.


entree

Een deurintercom met elektrische deuropener en dito slot is vanuit woonvertrek of rolstoel te bedienen. Indien een dergelijke voorziening pas in de toekomst noodzakelijk wordt, is het verstandig om nu al te zorgen voor loze voedings- (aandrijving deur) en bedieningsleidingen (ontgrendeling en intercom).

Een luifeltje beschermt tegen vervelende weersomstandigheden. Het binnenkomen duurt bij mensen met een functiebeperking vaak langer dan gebruikelijk. Denk ook aan een buitenlamp voor als het donker is.

 
galerijdrempel

Woongebouwen.


galerijdrempel

In woongebouwen moet ook worden gelet op de situatie tussen de buitendeuren van het woongebouw en de voordeur naar de woning zelf. De deuren van een hal, galerij of lift dienen gemakkelijk te openen te zijn vanuit de rolstoel. Liefst automatisch, met infraroodoog of duidelijke, grote knop. Deurdrangers zijn vaak (veel) te zwaar afgesteld. Let ook op de knoppen van een liftbediening, de (rolstoel)ruimte in een lift zelf, en drempels of andere hoogteverschillen tussen straat, lifthal, galerij en woning.

In galerijflats en bij balkons zijn vaak hoge drempels aanwezig. Door middel van een balkon- of galerijverhoger kan dan toch een vlakke doorgang bij de entree of de balkondeur worden gecreëerd. Aan de binnenzijde is dan veelal nog een drempeloverbrugger of schegplaat nodig. Vergeet niet tevens de balustrade mee te verhogen ivm. het valgevaar. Ingrepen als deze dienen altijd te worden genomen in overleg met de eigenaar of beheerder van het gebouw.



De hal.

De hal dient als tochtwering voor de rest van de woning. Verder hang je er je jas op, trekt eventueel schoenen uit en zet je paraplu neer. Let erop dat het onderstaande in elk geval mogelijk moet zijn. Ook als het buiten stortregent of sneeuwt. Een minimale oppervlakte kan plm. 4 m2 zijn, exclusief stallingsmogelijkheid voor een rolstoel. Deze is eventueel te combineren met de verkeersfunctie van de hal. Behalve in de hal kan een en ander natuurlijk ook in een andere entreeruimte plaatsvinden. Zoals een bijkeuken of bergruimte.

  • In de hal moet ruimte zijn voor een draaicirkel. Afhankelijk van het soort rolstoel is dat 1500mm tot 1800mm. Is deze er niet, dan moet (bij post pakken ed.) achteruit teruggereden worden. Bij aanwezige hulp, kan in een te smalle hal evt. in rechte lijn doorgestoken worden naar een volgend, ruimer vertrek. Er dient dan wel tenminste 1200mm breedte aanwezig te zijn.

  • Het moet mogelijk zijn om vanuit een (natte?) buitenrolstoel over te stappen in een binnenstoel. De buitenstoel blijft dan in de hal gestald staan voor een volgend gebruik. Dat bespaart ergernis over en schoonmaken van vieze wielsporen in huis.

  • Denk aan voldoende mogelijkheden voor omkleden (jas uitdoen), garderobehaken en voor persoonlijke verzorging (spiegel, haarkammen).



De berging.

Hulpmiddelen die buiten gebruik zijn, moeten ergens gestald kunnen worden waar ze niet in de weg staan. Voor bepaalde zaken moet dat binnenshuis. Andere zaken passen beter ergens in een schuur of buitenberging.

 
rollator looprek

Binnenberging.


rollator

Sommige middelen (tillift, rolstoelen) zijn vaker nodig dan andere. Bijvoorbeeld speel- en therapie hulpmiddelen. Deze verdragen meestal slecht koude en vocht. Ze moeten, indien nodig, ook snel voor het grijpen staan. Denk aan zaken als:

  • niet in gebruik zijnde rolstoel(en).
  • tillift (liefst nabij slaap-/badruimte).
  • looprek, rollator, "gaittrainer" (soms meer dan 1x1m).
  • staplank of -orthese (veel buiten gebruik).

Stallen in een verwarmde, droge binnenruimte nabij de verblijfsvertrekken is doorgaans wenselijk. Afhankelijk van soort en aantal hulpmiddelen is 3-6 m2 verdedigbaar. Deze berging kan een aparte ruimte zijn, maar vaak geeft de combinatie met een andere ruimte (woon-, slaap- of badkamer) u meer flexibiliteit. Bij tijdelijke afwezigheid van (een deel van) de hulpmiddelen kan de ruimte dan ook voor andere doeleinden gebruikt worden.

 
scootmobiel aanhangfiets

Buitenberging.


scootmobiel

Buitenhulpmiddelen als aangepaste fietsen, buggy's, scooters, handbikes, aanhangers ed. kunnen in een (extra) schuur een plaats vinden. Let op evt. noodzakelijke transfermogelijkheid en afstand tot huisdeur. Bescherming tegen vocht en vorst is de sleutel tot een langere levensduur. Gemeenten die buitenhulpmiddelen verstrekken, eisen daarvoor meestal een beschermde (overdekte) stalling. Afhankelijk van soort en aantal hulpmiddelen is 3-6 m2 verdedigbaar.

Let u erop, dat het hier extra bergruimte betreft, als gevolg van de handicap, naast de "normale" bergruimte voor fietsen, tuinspullen ed., die in elke woning aanwezig behoort te zijn. Deze zijn in een moderne woning doorgaans 6-8 m2 groot. Beide buitenbergruimten zijn zo mogelijk gecombineerd.
In de bergruimte gelegenheid maken voor het opladen van een elektrische rolstoel of scootmobiel. Let op voldoende ventilatie bij "natte accu's". Opladen van "droge accu's" mag in slaap- of woonruimte.

  • aangepaste driewiel- of rolstoelfiets, tandem.
  • fietsaanhanger voor kinderen.
  • scootmobiel.
  • bijzondere buitenhulpmiddelen.

adres grootveld architekt en adviseur
Site design and copyright by Ir Grootveld / Blinksoft.