Er zijn aandachtspunten die bij iedere woningaanpassing een rol spelen. Denk aan deuren, doorgangen, drempel- en bedieningsvraagstukken. Deze kunnen in algemene nieuw- of verbouwplannen direct worden meegenomen.
Meer complexe voorzieningen en aanpassingen in een woning zijn doorgaans individueel gericht. Standaardoplossingen zoals hier omschreven geven daarvoor meestal geen optimaal resultaat. Het is dan verstandiger om te investeren in bouwkundig-ergonomische deskundigheid, toegesneden op de concrete situatie. Dat levert betere en meer verantwoorde resultaten op.
Deuren vormen zowel de scheiding als de verbinding tussen ruimten. Zij moeten eenvoudig te openen zijn, voldoende doorgang bieden, maar tegelijk goed afsluiten. Bijvoorbeeld voor geluid, warmte, tocht, licht, inbraak ed. Deze eisen kunnen tegenstrijdig zijn. U moet dus prioriteiten stellen of een compromis accepteren.
Er bestaan verschillende soorten deuren, elk met eigen voor- en nadelen. De meest voorkomende typen zijn:
Een draaideur is een eenvoudige en goedkope oplossing. Algemeen voorkomend en in de meeste gevallen ook bruikbaar vanuit een rolstoel. Hoewel dit afhangt van de voorkeuren en mogelijkheden die de rolstoeler heeft. De benodigde draairuimte voor het deurblad is toch al aanwezig. In de vorm van noodzakelijke verkeersruimte vóór en achter de deur. Nadeel is, dat op krappe plaatsen meerdere deuren soms tegen elkaar draaien. Of wanneer het deurblad in de weg zit bij zorg- of verkeersbewegingen. Voor een rolstoel is een dagmaat van 900mm meestal genoeg, evenals voor de meeste grote hulpmiddelen. Bij toepassing van dubbele deurbladen (bv. 900+300mm) kan er ook een hooglaagbed door. En wordt het deurblad niet te breed en te zwaar voor de scharnier ophanging.
Bij het openen is naast de knopzijde van een draaideur nog 350-500mm opstelruimte nodig voor de rolstoeler zelf. Met een horizontale greep over de volle breedte kan de deur, bij een redelijke handfunctie, ook vanuit een rolstoel worden bediend. Met een leiding voor de voeding van een (evt. later te plaatsen) deurautomaat, kan dat ook in geval van ernstige handicaps. Draaideuren isoleren mbv. tochtstrips in de aanwezige sponning beter tegen warmte en geluid dan de andere typen. Het gebruik van rails voor een plafond tilsysteem vormt bij een draaideur geen enkel probleem. Zeker niet wanneer sprake is van verdiepinghoge deuren of gemakkelijk te verwijderen bovenlichten.
Voorkeur voor schuif- of draaideuren is erg persoonlijk. Iemand die thuis schuifdeuren aanbrengt, komt elders toch vaak met draaideuren in aanraking. Schuifdeuren zijn soms handig voor rolstoelers. Vooral wanneer er weinig draairuimte beschikbaar is buiten de rolstoel om. Omdat de deur vanwege de handgreep gedeeltelijk in de opening moet blijven staan, is een bredere deuropening (dagmaat plm. 1100mm) nodig. Voor het openen is geen extra ruimte naast de deur nodig, de rolstoeler staat vóór de schuifdeur. Schuifdeuren zijn vooral handig waar (zeer) brede doorgangen zijn vereist. Desgewenst kunnen hele wandgedeelten schuivend gemaakt worden. Echter nooit verder dan tot maximaal de halve wandlengte.
Een schuifdeur is duurder dan een draaideur, vanwege het ingewikkelder deurbeslag. Hij vereist altijd een vrije schuifruimte naast de deur. Dat wandgedeelte moet altijd vrijgehouden worden om de deur te laten schuiven. Bij sommige typen verdwijnt de deur in de naastliggende wand. Hij is dan uit het zicht. De holle wand, ter breedte van de deuropening, kan dan niet meer gebruikt om iets zwaars op te hangen. Net als draaideuren zijn schuifdeuren dmv. een extra voedingsleiding voor een deurautomaat op afstand bedienbaar te maken. Omdat zo'n automaat meestal wordt ingebouwd in de deurrail, is dit vaak een kostbaarder operatie dan bij een draaideur. Direct automatiseren kan dan lonend zijn.
De schuifgeleiding van goedkopere schuifdeursoorten kan op den duur door vervuiling ed. de bediening zwaarder maken. Dure deuren zijn zeer licht bedienbaar. Zij "zweven" op lichte lagers of magneetvelden. Isolatie van schuifdeuren is lastig. Vooral wanneer de deur in een holle wand verdwijnt. In woonhuis situaties is afdoende (geluids)isolatie bijna onmogelijk. Alleen zeer kostbare schuifdeuren, voor speciale toepassingen als operatiekamers en radiostudio's, sluiten voldoende hermetisch. Let ook op de complicaties die ontstaan bij het combineren van schuifdeuren met de rail van een plafondlift systeem. Er bestaan technische oplossingen voor, die echter meerkosten met zich meebrengen.
Doordraaiende ("klap"-)deuren zijn draaideuren die dmv. speciale scharnieren beide kanten op kunnen zwaaien. Het kozijn heeft dus geen vaste deuraanslag. Een elektrische rolstoel duwt hem altijd open in de loop(rij)richting. Een ruitje erin om een eventuele tegenligger te zien aankomen is verstandig. Een goedkope oplossing voor zelfredzaamheid in huis. Voor handrolstoelgebruikers is dit type deur in verband met de zwaardere bediening soms minder geschikt.
Elektrische deuraandrijving is hier moeilijk aan te brengen en bovendien niet zinvol. Deze zou het doordraai-effect te niet doen. Net als bij een schuifdeur kan niet worden vertrouwd op de isolerende eigenschappen, vanwege de ontbrekende deursponningen.
De aloude "saloonklapdeurtjes" (enkel of dubbel) zijn een eenvoudige variant op dit type. Deze dienen uitsluitend als visuele afscheiding en hebben geen isolerende eigenschappen. Let bij toepassen hiervan ook op de geringe weerstand bij aanrijdingen met de rolstoel.
Een harmonica- of vouwdeur neemt vrijwel geen plek in wanneer deze open staat. Dat kan in veel situaties prettig zijn. Een variant hierop is de glazen harmonicapui over de volle (gevel)breedte, zoals je die bij sommige winkelfronten ziet toegepast. Prijzen en kwaliteit van binnendeuren verschillen enorm. Van goedkope plastic paneeltjes met rubberen scharnierflapjes tot luxe kunstleren bekleding op metalen scharnierframes.
De dure typen hebben enige afsluitende en isolerende waarde, de goedkope niet. Die laatste dienen uitsluitend als visuele afscheiding. Bij de zwaardere typen kan het openen vanuit een rolstoel lastig zijn. Elektrische bediening is niet mogelijk. Let op het manoeuvreren met rolstoelen of andere hulpmiddelen. Dit deurtype is nagenoeg niet bestand tegen aanrijdingen.
Er bestaan verschillende bijzondere deurtypen. Eén ervan is bijvoorbeeld de "top-flexdeur", waarvan de draai van het deurblad agv. een speciale constructie veel minder ruimte vraagt dan bij een normale draaideur. Hij is tevens gemakkelijk vanuit de (hand)rolstoel te openen. Zo is deze deur juist in krappe situaties goed toepasbaar.
Een elektrische deuraandrijving is bij dit deurtype niet mogelijk, maar ook minder noodzakelijk. Bij complexere zorg is toch al meer ruimte nodig, wat het voordeel van ruimtebesparing beperkt. Het bijzondere deurbeslag vraagt om een hogere investering. Ook hier kan niet worden vertrouwd op de isolerende eigenschappen, vanwege het ontbreken van een deuraanslag.
Dat drempels ondingen zijn voor rollend materieel moge duidelijk zijn. Maar als waterkering bij een buitendeur of badkamervloer zijn ze niet te missen. Een tegenstrijdigheid die best opgelost kan worden, maar waar vaak onvoldoende aan gedacht wordt.
Binnenshuis zijn drempels overbodig. Voor plaatsen waar ze onvermijdbaar zijn (bv. waterkering in de badkamer) bestaan er afgeronde of afgeschuinde hardsteen- of kunststeendorpels. Deze sluiten vlak aan op de vloerafwerkingen ter weerszijden. Geleidelijk stijgt dat naar maximaal zo'n 15-20mm hoogte in het midden. Er zijn vlakke aluminium of kunststof drempels voor het afwerken van plaatsen waar drempels verwijderd zijn. Die zijn nog overrijdbaar voor kleine tilliftwieltjes.
Het Bouwbesluit spreekt over een "maximaal hoogteverschil van 20mm". Voor rolstoelen is dat inderdaad te doen. Voor tilliften en rollators, met veel kleinere wielen, is 20mm te veel. In de praktijk komt het toegestane hoogteverschil soms meerdere malen direct achter elkaar voor. Zo'n situatie "voldoet" weliswaar formeel aan het Bouwbesluit, maar zorgt toch voor een slechte toegankelijkheid. Wie er oog voor heeft, ziet ook in "levensloopgeschikte" nieuwbouwsituaties, volop voorbeelden van onbereikbare balkons door hoge drempels. In sommige nieuwbouwprojecten zijn zelfs de hoofdentrees van woningen alleen per trap(je) bereikbaar. Met een weggestopt "achterommetje" voor de rolstoelers!
Bij buitendeuren is aan te raden altijd een waterkering toe te passen, eventueel met opvanggoot, rooster en uitval-tochtstrip onder de deur. Dit voorkomt regen- en sneeuwdoorslag bij sterke wind en geeft toch een vlakke dorpeloplossing. Bekijk hier een aantal veel voorkomende praktijkvoorbeelden van lelijke missers op dit gebied.
Voor de maatvoering van doorgangen is de lengte daarvan maatgevend. Korte (<250mm) vrije doorgangen moeten netto minstens 800-900mm breed zijn. De bruto bouwkundige dagmaat van een eventueel aanwezige draaideur, die met zijn dikte en de knop gedeeltelijk in de doorgang valt, is dus groter, zo'n 900-1000mm. Bij schuifdeuren geldt iets dergelijks. Het deurgedeelte met de kruk blijft immers in de doorgang staan, in verband met de bedienbaarheid.
Langere (>250mm) doorgangen, zoals gangen of hellingbanen, zijn min. 1200mm breed. In dat geval kan daar ook een hooglaagbed passeren. Is het passeren van twee rolstoelen aan de orde, dan is al gauw 1600mm nodig. Zijn er doorgangen in de zijwanden, waarbij een haakse draai met rolstoel gemaakt moet worden, let dan op of deze draai mogelijk is. Zonodig de gang, de doorgang naar opzij, of beide verbreden.
Bedieningselementen, zoals schakelaars, deurkrukken, raamboompjes, kranen ed. zijn bij een hoogte van 850-1050mm boven de vloer goed bedienbaar vanuit een rolstoel. Verkeerd geplaatste raam- en deurkrukken zijn soms eenvoudig te verlengen of te verplaatsen. Daarvoor bestaan stangen- of kettingsystemen waarmee ramen op afstand mechanisch bedienbaar zijn. Ook elektrische (afstands-)bediening is mogelijk.
Kleine, afgeronde grepen bij kranen, zijn met een slechtere handfunctie lastig (soms ook zwaar) te bedienen. Kranen met één gecombineerde handle voor zowel hard/zacht als warm/koud, zijn dan ideaal. Met een extra lange handle wordt de bediening nog comfortabeler. Zeker wanneer een kraan niet binnen handbereik staat en ver reiken moeilijk is. Hiervoor bestaan kranen, met de bedieningsknop los van de kraanuitloop, aan de voorkant van het aanrecht- of wastafelblad. Tenslotte bestaan er de infraroodkranen, zoals die in horecagelegenheden voorkomen. Die werken alleen, zolang er iets onder de uitloop gedetecteerd wordt.
Voor het verplaatsen van elektra-aansluitingen moet er al gauw gebroken worden. Verlengsnoeren over muren, plinten of vloeren zijn af te raden. Een goedkope oplossing zijn de op afstand bedienbare snoerschakelaars, los in bestaande wandcontactdozen te pluggen, waarin stekkers van apparatuur passen. Deze zijn vaak verkrijgbaar bij bouwmarkten. Een elektraplintsysteem langs vloer of plafond is duurder. Het biedt veel flexibiliteit, omdat overal naar behoefte aansluitingen kunnen worden (bij)gemaakt.
Een intercom naar de voordeur, gecombineerd met een elektrische slotopener biedt voordelen. Bedienbaar vanuit de woon- of slaapkamer. Dan wel via een domotica- of omgevingsbesturings systeem vanaf de rolstoel. Op afstand is te zien wie voor de deur staat. Is er ook een elektrische deurautomaat gemonteerd, dan kan een persoon met beperkingen zelfstandig naar binnen of naar buiten gaan. Er bestaan systemen om de buitendeur van binnen- of van buitenaf te sluiten. Met een druk op de knop, zoals bij de auto.
Voor kinderen met beperkingen is vaak een intercom vanuit hun slaapkamer naar die van de ouders (of de woonkamer) gewenst. Soms is een gewone babyfoon voldoende, soms een uitgebreider systeem. Tenminste voorzien van een spreek-luisterverbinding. Met drukknop of "altijd-openstaand". Dat laatste geeft meer controlemogelijkheden maar minder privacy. In situaties, waarin acuut ingegrepen moet kunnen worden (beademing, epileptie ed.), dient er een directe alarmering te zijn naar de ruimten waar zich volwassenen bevinden. Al dan niet met videomogelijkheden. Let op, dat goedkope standaard intercoms of babyfoons via het lichtnet, storingsgevoelig kunnen zijn. Zeker bij aanwezigheid van medische apparatuur in huis. Of, nog erger, dat zij deze apparatuur zelf storen.
Onder de noemer "domotica" worden elektrische onderdelen zoals bedieningen of alarmeringen tegenwoordig steeds vaker eindeloos uitgebreid en met elkaar gekoppeld. Zie voor meer info onder domotica.
Vertrouw niet te veel op de stuurmanskunst van degene die de tillift of rolstoel bedient. Zeker in moderne huizen rijd je zo het stucwerk van de muren of de gaten in de deuren. Uitwendige hoeken hebben een stootbescherming van roestvrij staal (rvs) of kunststof. Het is mooier als deze tot bovenaan doorlopen. Bij deuren voorkomt een teruggebogen klink dat er iemand achter blijft haken.
Voor het beschermen van deuren en gestucte wanden zijn er stootborden of plinten verkrijgbaar. De juiste hoogte is afhankelijk van de plaats waar door uitsteeksels op het hulpmiddel de meeste schade te verwachten valt. Geschroefde rvs-plaat is afdoende, maar ziet er "ziekenhuisachtig" en minder fraai uit. Beter voldoet vaak een plm. 350mm hoog en 3mm dik plint van ("trespa") volkernplaat. Deze kunststof is sterk en in veel bij het interieur passende kleuren verkrijgbaar. Bij verlijming op een stevige ondergrond wordt een strakker aanzien verkregen dan met schroeven. In sommige interieurs kan een (veel hogere) lambrizering van stootvast materiaal een fraaie en effectieve oplossing zijn.