Het overbruggen van een (of meerdere) verdiepingen vormt een belangrijk onderdeel van woonproblemen als gevolg van rolstoelgebruik. Hiervoor bestaan gelukkig veel oplossingen. Zowel voor ouderen als voor mensen met loopbeperkingen of in een rolstoel. Zo zijn er hellingbanen, allerlei soorten liften of losse trapklimhulpen. Voor binnen en buitengebruik. Soms een goed alternatief voor gelijkvloerse oplossingen, die al het gesleep op één niveau houden.
Trappen vormen zowel de scheiding als de verbinding tussen verdiepingen. Zodra er loopproblemen ontstaan voldoen deze niet meer goed. Dit is soms op te lossen met eenvoudige hulpmiddelen zoals "tussentreden". Ingrijpender zijn stoeltjes- of rolstoelplateauliften. Zweefliften kunnen op krappe trappen goed voldoen, maar vragen forsere investeringen.
Dit is een eenvoudig hulpmiddel, dat de staphoogte per tree halveert. Op (de helft van) elke tree wordt een vast stapelement aangebracht. Zo behoeft u per trede nog maar de halve hoogte te overwinnen. Dat vraagt minder belasting van enkels, knieën en heupen. Hierdoor blijft uw eigen trap nog een tijdlang bruikbaar. Met eenvoudige, zelfgemaakte opstapjes kunt u vaak al een tijdje vooruit. In de handel zijn er kwalitatief betere stapblokken te krijgen. In alle mogelijke houtsoorten en afwerkingen, zodat ze precies bij uw trap passen.
Een losse (eventueel zelf te maken) versie kan door de gebruiker bij elke stap mee omhoog en omlaag genomen worden (bv. als stapblok, gemonteerd aan het eind van een wandelstok). Handig wanneer u elders verblijft, waar de trap niet is aangepast.
Een (opklapbaar en meestal draaibaar) stoeltje, gemonteerd op een kast met elektromotor loopt via een rail langs de trap. Voor mensen die slecht ter been zijn lost dit het probleem van het traplopen op. Zodat men langer thuis kan blijven wonen. Voor kinderen zijn aangepaste stoeltjes te monteren. Bij rolstoelgebruik is een stoeltjeslift minder geschikt. Deze vraagt immers om twee extra transfers, boven en beneden aan de trap. Tevens moet daar dan een tweede rol- of trippelstoel aanwezig zijn. Voor dergelijke situaties kan beter worden omgezien naar een volwaardige rolstoellift of gelijkvloerse oplossing.
Op de meeste trappen is een stoellift goed te plaatsen, ook bij de in Nederland veel voorkomende dubbele kwarttrappen. De rail is op de treden gemonteerd of aan de muur, meestal aan de brede trapzijde. Dat houdt een sterke (tot soms wel 25cm) versmalling in voor de lopende trapgebruikers. Soms is montage mogelijk aan de smalle spilzijde van de trap. Zo blijft het breedste gedeelte goed beloopbaar. Let op mogelijke klachten over burengerucht, bij montage op een woningscheidende wand.
Nieuw of gebruikt?Met de vergrijzing neemt ook de vraag naar (stoel)trapliften toe. Omdat nieuwe niet goedkoop zijn en gebruikte liften vaak nog heel lang meekunnen, is er een markt voor tweedehands exemplaren ontstaan. Bedrijven die zich hierop toeleggen, kopen overbodig geworden liften op, reviseren deze en bieden ze tegen redelijke kosten weer als nieuw aan. Desgewenst inclusief garantie en onderhoud.
Een vlak plateau waarop de rolstoel gereden wordt, loopt via een rail langs de trap omhoog en omlaag. Een dergelijke plateaulift maakt de verdieping goed toegankelijk voor de rolstoel. Wel is hierbij veel ruimte beneden vóór de trap (1200-1500mm), een groot trapgat (min. 1100x2200mm) en een rechte steektrap vereist. Voor een gangbare, Nederlandse woning zijn deze maten meestal juist te groot. Soms is het mogelijk dat een onbruikbare bestaande draaitrap wordt vervangen door een rechte steektrap. De kosten van het extra breekwerk kunnen opwegen tegen die van duurdere vertikale lifttypen.
Het plateau is voorzien van opstaande kanten en beschermingsbeugels en voldoet aan alle veiligheidseisen. Het is opklapbaar in ruststand, zodat de trap vrij blijft voor andere gebruikers. Het opgeklapte pakket is wel tamelijk dik (zo'n 25cm), vanwege de ingebouwde aandrijfmotor en accu's. Let op mogelijke klachten over burengerucht, bij montage op een woningscheidende wand.
De rolstoel hangt bij dit type lift in kabels onder aan een motorgondel, die via een rail boven de trap omhoog en omlaag loopt. Aan de gondel kan ook iets anders hangen dan een rolstoel, bijvoorbeeld een vast stoeltje. Verlenging van de rail naar een volgende trap of willekeurig vertrek is mogelijk. In theorie kan het systeem op die manier zelfs als plafondtillift gebruikt worden. Al ligt dat vanwege de kosten niet voor de hand.
Met hoogte- of schommelvrees kan iemand beter voor andere oplossingen kiezen. Het systeem is vrijwel overal toepasbaar, waar de vrije hoogte twee meter of meer is. De kostprijs is hoog, vooral vanwege de op maat gemaakte rail, die is voorzien van een kettingsysteem. Dit systeem wordt om die reden ook zelden verstrekt, maar kan door de ruimtewinst een alternatief zijn voor een grote verbouwing. Zweefliften zijn ongeschikt voor zware, elektrische rolstoelen.
Niet te grote hoogteverschillen zijn goed te overbruggen met een hellingbaan. Dit kan een houten of metalen constructie zijn, maar ook een (tuin)pad met sierbestrating. De hellinghoek is voor handrolstoelgebruikers zonder hulp max. 1:20. Dat vraagt dus behoorlijk veel lengte. Een elektrische of geduwde rolstoel kan steilere hellingen aan, zeker wanneer deze niet te hoog zijn. Al wordt het duwen al gauw erg zwaar.
Voor incidenteel gebruik of gebruik op andere locaties bestaan er meeneembare hellingbanen en losse oprijgoten. Die worden veel gebruikt in vervoerssituaties, zoals bij rolstoelbusjes. In het dagelijks gebruik is een helling doorgaans praktischer in het gebruik dan een mechanisch hefsysteem.
Vertikale liften bieden de mogelijkheid om zittend in een rolstoel andere verdiepingen te bereiken. Het zijn kostbare voorzieningen, die 2 á 3 m2 extra ruimte vragen. Plus de benodigde manoeuvreerruimte ervóór. De reguliere trap dient altijd intact te blijven, vanwege bouw-, vlucht- en brandweereisen. Een lift is een goede oplossing voor situaties waar een benedenaanbouw niet mogelijk is. Er is altijd een vloerdoorbraak nodig. Dit gat vormt bij een (schachtloze) open verbinding van woon- naar slaapkamer een geluidslek. Let bij montage tegen een woningscheidende wand op, dat buren het liftgeluid niet als hinderlijk gaan ervaren. Denk aan de constructieve voorzieningen, noodzakelijk voor het extra gewicht van de liftinstallatie en de sparing in de vloer.
Een cabine of deels open platform, waarop de rolstoel kan staan, gaat dmv. een elektromotor of hydraulisch systeem rechtstandig omhoog en omlaag. Langs een rail aan de muur van een bouwkundige of zelfdragende liftschacht. Die kan behoorlijk in de weg staan, maar ook met transparante glaspanelen worden uitgevoerd, zodat hij minder opvalt. Tijdens de rit dient de knop volgens de veiligheidseisen ingedrukt te blijven. Tenzij sprake is van een (duurdere) volledig gesloten liftkooi.
Een schachtlift is ook buiten tegen de gevel te plaatsen. Dit voorkomt ruimteverlies en vloerdoorbraken, maar vraagt aanpassingen aan de gevel. Kostbaar zijn ook de benodigde fundering en geïsoleerde schacht. Onder andere vanwege de zwaardere Welstands- en Bestemmingsplaneisen is deskundige ondersteuning al in de voorbereidingsfase aan te raden. Een goed bouwplan is toch al verstandig vanwege de aanpassingen elders in huis, zoals in de slaap- en badruimten.
Schachtloze systemen hebben kleinere maten bij eenzelfde bruikbaar cabine-oppervlak. De nieuwere lifttypen bestaan uit een afsluitbaar halfhoog bakje, waarin de rolstoeler rondom een vrij uitzicht houdt. En zich daardoor minder opgesloten voelt. Soms kan deze liftkooi op één van de stopplaatsen geparkeerd worden, zodat de andere vrij bruikbaar blijft. Zo blijft extra gebruiks- en manoeuvreerruimte beschikbaar, wat vooral telt in kleinere ruimten. Schachtloze liften geven hierdoor een ruimtelijker effect in huis dan liften met een schacht. Alleen de (afgewerkte) geleiderail aan de wand blijft immers zichtbaar. Een luik (of de kooi zelf) sluit het vloer- en plafondgat af. Dit geeft nog enige geluidsisolatie tussen de verdiepingen. Natuurlijk is er ook een beveiliging voor het geval dat de poes onder de liftkooi ligt.
Voor hoogteverschillen van minder dan een verdieping zijn er elektrische hefplateau's. De rolstoel rijdt op een met een hekwerk beveiligd plateau, dat verticaal kan heffen. Deze plateau's vragen minder ruimte (en spierkracht) dan een hellingbaan. Het overbruggen van het hoogteverschil duurt echter wel langer. Er bestaan lichte, transportabele liftjes voor de caravan. Maar ook vast ingebouwde hefplateau's voor woonhuizen en openbare gebouwen. Zowel binnen- als buitentoepassingen zijn mogelijk.
Een bijzondere vorm is het hefsysteem, dat kan veranderen in een trapje. Toepasbaar op plekken, waar niet voldoende ruimte aanwezig is om naast een trap een heflift toe te kunnen passen. Bij dit hefliftje valt het hefplateau uiteen in afzonderlijke treden, die vervolgens kantelen en samen een trapje vormen. Niet goedkoop, maar dure bouwkundige ingrepen kunnen er soms mee voorkomen worden.
Er bestaan los mee te nemen apparaten, voorzien van een eigen aandrijving, die een rolstoel de trap op en af kunnen dragen. Sommige werken met rupsbanden, die tegen de treden van een (niet te steile) trap opklimmen. Andere hebben een extra stel wielen, welke de volgende tree zoeken en het gewicht overnemen.
Voordeel is dat de apparaten mee te nemen zijn om overal in te kunnen zetten.
Nadeel is (behalve gewicht en prijs) dat er een begeleider nodig is en de systemen op de steile en gedraaide Nederlandse trappen beperkt toepasbaar zijn.