U vindt hieronder de integrale tekst van de wet van 9 juli 2014, houdende regels inzake de gemeentelijke ondersteuning op het gebied van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen en opvang (Wet maatschappelijke ondersteuning 2015).
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat burgers een eigen verantwoordelijkheid dragen voor de wijze waarop zij hun leven inrichten en deelnemen aan het maatschappelijk leven, en dat van burgers mag worden verwacht dat zij elkaar naar vermogen daarin bijstaan; dat het tevens wenselijk is nieuwe regels te stellen om de rechten en plichten van de burger meer met elkaar in evenwicht te brengen; dat burgers die zelf dan wel samen met personen in hun naaste omgeving onvoldoende zelfredzaam zijn of onvoldoende in staat zijn tot participatie, een beroep moeten kunnen doen op door de overheid georganiseerde ondersteuning; dat de ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie van personen met een beperking, chronische psychische of psychosociale problemen, erop gericht moet zijn dat burgers zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen blijven; dat het in de rede ligt de overheidsverantwoordelijkheid voor het ondersteunen van de zelfredzaamheid en de participatie zo dicht mogelijk bij de burger te beleggen; dat het daarom wenselijk is nieuwe regels te stellen inzake de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de ondersteuning van personen met een beperking en personen met psychische of psychosociale problemen; dat het voorts wenselijk is dat daarbij zorg wordt gedragen voor een goede toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Een ingezetene van Nederland komt overeenkomstig de bepalingen van deze wet in aanmerking voor een maatwerkvoorziening, bestaande uit:
Bij verordening wordt bepaald op welke wijze het college zorg draagt voor een jaarlijkse blijk van waardering voor de mantelzorgers van cliënten in de gemeente.
Bij verordening kan worden bepaald dat door het college aan personen met een beperking of chronische psychische of psychosociale problemen die daarmee verband houdende aannemelijke meerkosten hebben, een tegemoetkoming wordt verstrekt ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie.
Het college bevordert en treft de algemene maatregelen om de sociale samenhang, de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking, de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente te bevorderen, alsmede huiselijk geweld te voorkomen en te bestrijden, die noodzakelijk zijn ter uitvoering van het plan, bedoeld in artikel 2.1.2, tweede lid.
Het college bevordert en treft de algemene voorzieningen ter bevordering van de zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen en opvang, die noodzakelijk zijn ter uitvoering van het plan, bedoeld in artikel 2.1.2, tweede lid.
Het college draagt er zorg voor dat aan personen die daarvoor in aanmerking komen, een maatwerkvoorziening wordt verstrekt.
In spoedeisende gevallen, daaronder begrepen de gevallen waarin terstond opvang noodzakelijk is, al dan niet in verband met risico's voor de veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, beslist het college na een melding als bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, onverwijld tot verstrekking van een tijdelijke maatwerkvoorziening in afwachting van de uitkomst van het onderzoek, bedoeld in artikel 2.3.2 en de aanvraag van de cliënt.
Roerende zaken die aan de cliënt in gebruik zijn verstrekt als onderdeel van een maatwerkvoorziening dan wel zijn aangeschaft met een persoonsgebonden budget, zijn niet vatbaar voor vervreemding, verpanding, belening of beslag, gedurende de periode waarvoor de beslissing, bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6, geldt.
Het college rapporteert jaarlijks aan de gemeenteraad welke resultaten in het betreffende jaar zijn behaald op basis van de in het plan, bedoeld in artikel 2.1.2, zesde lid, gestelde resultaten en hierbij uitgaande van de in het plan aangegeven criteria om resultaten te meten en de ten aanzien van aanbieders gehanteerde outcomecriteria.
Het college kan de vaststelling van rechten en plichten van de cliënt mandateren aan een aanbieder.
Indien een klacht zich richt op een ernstige situatie met een structureel karakter, stelt de klachtencommissie het AMHK daarvan in kennis. Indien de klachtencommissie niet is gebleken dat het AMHK ter zake maatregelen heeft getroffen, meldt de klachtencommissie deze klacht aan de ingevolge artikel 4.3.1 met het toezicht belaste ambtenaren. Onder een klacht over een ernstige situatie wordt verstaan een klacht over een situatie waarbij sprake is van onverantwoorde hulp.
De artikelen 4.2.7 en 4.2.8 zijn niet van toepassing op klachten ten aanzien van jeugdigen die op grond van een andere wet onvrijwillig in een accommodatie zijn opgenomen, voor zover deze overeenkomstig een bijzondere wettelijke regeling door een klachtencommissie kunnen worden behandeld.
Het AMHK stelt overeenkomstig door Onze Minister en Onze Minister van Veiligheid en Justitie te stellen regels de begroting, de balans en de resultatenrekening, alsmede de daarbij behorende toelichting vast en maakt deze op door Onze Minister en Onze Minister van Veiligheid en Justitie te bepalen wijze openbaar.
Het AMHK verstrekt aan Onze Minister en Onze Minister van Veiligheid en Justitie de bij regeling van Onze Minister en Onze Minister van Veiligheid en Justitie omschreven gegevens betreffende de exploitatie van het AMHK. In de regeling kan worden bepaald dat de gegevens worden verstrekt aan een daarin aangewezen bestuursorgaan.
De aanbieder die een maatwerkvoorziening levert en een derde aan wie ten laste van een persoonsgebonden budget betalingen worden gedaan, zijn bevoegd uit eigen beweging en desgevraagd verplicht kosteloos persoonsgegevens van de cliënt, waaronder bijzondere persoonsgegevens, te verstrekken, aan;
De rijksbelastingdienst is bevoegd uit eigen beweging en desgevraagd verplicht aan het college, het CAK en een andere instantie als bedoeld in artikel 2.1.4, zevende lid, persoonsgegevens te verstrekken, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de artikelen 2.1.4 en 2.1.5.
Derden die beroepshalve beschikken over inlichtingen die noodzakelijk kunnen worden geacht om een situatie van kindermishandeling te beëindigen of een redelijk vermoeden van kindermishandeling te onderzoeken, kunnen aan een AMHK deze inlichtingen desgevraagd of uit eigen beweging verstrekken zonder toestemming van degene die het betreft en indien nodig met doorbreking van de plicht tot geheimhouding op grond van een wettelijk voorschrift of op grond van hun ambt of beroep.
De cliënt verstrekt de aanbieder die een maatwerkvoorziening levert, een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage waarmee zijn identiteit kan worden vastgesteld.
De Wet marktordening gezondheidszorg is niet van toepassing op handelingen op het gebied van de gezondheidszorg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, voor zover uitgevoerd, al dan niet onder eigen verantwoordelijkheid, door personen, ingeschreven in een register als bedoeld in artikel 3 van die wet of door personen als bedoeld in artikel 34 van die wet, die deel uitmaken van zorg die:
Onze Minister zendt binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.
Deze wet wordt aangehaald als: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te Wassenaar, 9 juli 2014Willem-Alexander
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M.J. van Rijn
Uitgegeven de achttiende juli 2014De Minister van Veiligheid en Justitie,
I.W. Opstelten